Gezelle onderpastoor en kloosterdirecteur in Kortrijk

1872-1899

GGA 9237 F

Onderpastoor (1872-1889)

In 1872 werd Gezelle overgeplaatst naar de O.-L.-Vrouwparochie te Kortrijk. Gezelle woonde er op verschillende plaatsen: in de Handboogstraat, de Reepkaai 7, Groeningestraat 28 en Onze-Lieve-Vrouwestraat 24.

Woningen van Gezelle te Kortrijk

  • GGA9299 F
  • GGA9298 F
  • GGA9300 F
  • GGA9296 F10
  • GGA9297 F
  • GGA 8825 ar
GGA2269 01

Journalist en gelegenheidsdichter

Gezelle bleef actief op diverse gebieden, als parochiepriester, redenaar en politiek journalist in de Gazette van Kortrijk. Hij ijverde er ook voor de oprichting van een afdeling van het Davidsfonds en droeg zo bij tot de Vlaams-katholieke emancipatie in de stad. Gedragen door een vaak welgestelde vriendenkring werd hij er de gelegenheidsdichter bij uitstek. Vanaf 1875 was hij geestelijk directeur van de Katrientjes, fabrieksmeisjes voor wie hij heel wat gedichten schreef. Hetzelfde gebeurde met de Franstalige Mariacongregatie bij de Zusters Paulinen, die vanaf 1879 onder zijn hoede viel.

Ontdek enkele gelegenheidsgedichten van Gezelle.

GGA3586 Doos woordentas Doos uit de Woordentas

Dichterlijke bloei door taalstudie

Gaandeweg keerde Gezelle terug naar zijn oorspronkelijke, religieus geïnspireerde interesse voor de volkstaal en de poëzie. Hij legde een monumentale verzameling aan van woorden uit de volkstaal: Gezelles Woordentas en het tijdschrift Loquela vanaf 1881. Op die manier verdedigde hij het Zuid-Nederlands binnen de ontwikkeling van de gestandaardiseerde Nederlandse cultuurtaal.

Lees meer over Gezelles Woordentas.

GGA 3587strijklijnev Briefkaart van zanter Juliaan Fové

Zanters

Hij werd praktisch bijgestaan door zijn secretaresse Cordelia Van De Wiele en een uitgebreid netwerk van “zanters” die hem taalvondsten opstuurden. Ook Frans-Vlaanderen en Friesland behoorden tot zijn interessegebied.

GGA9583 F

Koninklijke Vlaamse Academie

Die filologische bedrijvigheid leidde bij Gezelle tot een vernieuwde aandacht voor zijn eigen creatief werk, zowel in vertaling (Longfellows Hiawatha) als oorspronkelijke poëzie. Uiteindelijk kreeg hij ook erkenning voor zijn werk. Zo werd hij in 1886 benoemd tot lid van de pas opgerichte Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde.

Kloosterdirecteur (1889-1893) en ambteloos (1893-1899)

In 1889 werd Gezelle directeur van een kleine Franse zustergemeenschap die zich in Kortrijk vestigde -een sinecure- en vanaf 1893 was hij zelfs ambteloos. Dit liet hem toe zich intens op zijn schrijf- en studiewerk te concentreren.

GGA 8911 F Gezelle in de tuin van Mevr. Beck-Desalmon te Kortrijk, 1893

Natuurgedichten

Gezelle was de drijvende kracht achter de stichting van het tijdschrift Biekorf en schreef twee volumineuze poëziebundels, Tijdkrans (1893) en Rijmsnoer (1897), die, vooral in het laatste geval, qua vormgeving en originaliteit superieur van gehalte zijn. Gezelles verfijnd en complex idioom was intussen verrijkt met taalmateriaal dat hij tijdens zijn hele leven verzameld had, via de studie van oude geschreven literatuur uit de Nederlanden en eigentijdse orale Vlaamse dialecten. In talrijke realistische en impressionistische natuurgedichten realiseert hij klankharmonieën met een expressieve symboolfunctie.

GGA0523 Het lochtgeweld zit vol onaardsche vlagen uit Tijdkrans
GGA 9478 F Hugo Verriest

Later invloed

Om die authentieke en originele lyriek werd hij door H. Verriest, P. de Mont en vooral door Van Nu en Straks als een voorloper van de moderne Nederlandse poëzie beschouwd. Ook later eerden dichters als Paul van Ostaijen en recenter, Christine D’haen, Gezelle als de meest creatieve en vernieuwende Nederlandse dichter in Vlaanderen.

Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.