In 1855 publiceerde de Amerikaanse dichter Henry W. Longfellow een epos over de Indiaanse krijger Hiawatha. Binnen het jaar begon Gezelle stukken ervan te vertalen samen met zijn leerlingen. Dertig jaar later leidde dit tot de volledige vertaling van The Song of Hiawatha. Hij maakte er intensief gebruik van oude Vlaamse woorden uit zijn taalkundig onderzoek.
Daarbij haalde hij, weigerachtig,
uit zijn wolfsvel dertien stukken,
heel het spel van Pot en Pekkels,
Pugasaing, het Kroes- en 't Muntspel.
Ieder stuk was rood op de een zije,
maar op de andere wit geverruwd;
twee Keneebieks, of twee slangen,
twee Inineweg, twee weggen,
met een kolve, Pugamaugun,
en het vischelteeken, Kigo,
dan vier schijven, Ozawabiek,
en drie Sheshebwug, drie aanden.
The Song of Hiawatha. Overgedicht in ‘t Vlaamsch. Kortrijk: E. Beyaert, 1886.
Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.