Vrijwilligers en team

Maak kennis met het team en de vrijwilligers die meewerken aan de online editie van Gezelles correspondentie.

Vrijwilligersnamiddag groep3
Stefaan Maes voor Gezelle IMG 20180830 190542 002

Stefaan Maes

Germanist Stefaan Maes werkte als docent en vertaler Nederlands en Duits. Hij is gids voor bezoekers in het “Lijsternest” en lid van tal van culturele verenigingen, zoals het Stijn Streuvelsgenootschap, het Guido Gezellegenootschap.

Voor het brievenproject Sint-Lodewijkscollege editeerde hij de correspondentie van Pieter Baes, Pieter Benoit en Hugo Verriest en voor het project van de KANTL Lodewijk Schuermans, Albert Verwey, Frans De Potter, Matthias de Vries, Johan Kern, Jan Nolet de Brauwere van Steeland.

Jan geens N66 De Badts Henricus

Een markante correspondent

H.A. De Badts was voor mij een markante correspondent omdat hij toegang had tot Gezelles directe familie, én een anonieme maar belangrijke medewerker was aan Gezelles Brugse tijdschriften, ook aan het politieke weekblad ’t Jaer 30. Hij was een belezen iemand die duidelijk over de grenzen heen keek en Gezelle inspireerde voor o.m. artikelen in Rond den Heerd.

GGA 4834 1r 1

Een beetje opjagen…

Op 25 mei 1868 herinnert hij ironisch Guido Gezelle in Brugge aan zijn belofte: “Ik wacht met altyd groote verduldigheid achter den vlaamschen Vexilla en Stabat, dien gy my beloofd hebt “alligte” te zenden, als ik U de laatste keer heb komen Goen dag zeggen. Alligte en is nog niet gekomen. ‘K wenschte dat Alligte alligte kwame. Hoe eerder, hoe liever.”

Stefaan Maes Verriest

Hugo Verriest

Verriest was de man die mij het meeste heeft verbaasd. Zijn adoratie voor Gezelle is ongeëvenaard, zelfs al was hij het niet altijd met hem eens. Ook de menselijke verbondenheid tussen die twee is ongezien. Grote klasse.

Rik Van Gorp Betere foto

Prof. Rik Van Gorp

Rik Van Gorp is professor emeritus Literatuurwetenschap en oud-decaan van de Faculteit Letteren aan de KU Leuven. Hij doceerde meermaals in het buitenland als Belgian visiting professor, o.a. aan de University of London en aan de University of Pennsylvania. Hij zetelde in de jury van de AKO-literatuurprijs en de Libris-literatuurprijs en was voorzitter van de Commissie Letteren van het Ministerie van Cultuur en van de Raad van Deskundigen van het Vlaams Fonds voor de Letteren. Voor het brievenproject van de leden van de KANTL editeert hij de brieven van P. Willems, J. A. Alberdingk Thijm, P. P. Alberdingk Thijm, S. Daems, T. Coopman, C. Looten, J. Obrie, e.a.. Bij 'de vrouwen van papier' concentreert hij zich op de Engelse correspondenten.

“Wat ik bijgeleerd heb over Gezelle? Dat hij zijn eigen werk (en dat van enkele zijner leerlingen) probeerde te promoten via zijn correspondentie (o.m. in Thijms Almanak en Dietsche Warande); en dat hij geld zocht voor zijn Engels seminarie. Bovendien dat hij nogal slordig was in het schrijven van zijn brieven en vaak van de hak op de tak sprong...”
Rik Van Gorp
J A Alberdingk Thijm

Jozef Albert Alberdingk-Thijm

Jozef Albert Alberdingk-Thijm was een katholiek voorman in Nederland die pleitte voor overleg Noord-Zuid, ondanks religieuze spanningen. Op 23 februari 1858 schreef hij aan Gezelle: ”Ik zou het zeer betreuren, indien het denkbeeld veld won, dat men, door de aanbeveling der fransquiljonnerie onder het Vlaamsche en Brabantse volk, ’t protestantisme het beste bestrijden kan. Men mag bedenken dat men daarmede de deur niet sluit voor de vrijmetselarij…” (over de weerstand van een aantal katholieken uit Vlaanderen om te Hollands (= zgz. Protestants) over te komen en daarom veeleer de Fransgezinde kaart te trekken).

Karel Platteau

Dr. Karel Platteau

Karel Platteau is germanist. Hij doctoreerde in Nederland in 1999 aan de Katholieke Universiteit van Brabant (in Tilburg) op Guido Gezelles vertaling van The Song of Hiawatha van Longfellow en de doorwerking daarvan in zijn poëzie. Karel Platteau is voorzitter van het Guido Gezellegenootschap en hielp mee om het Stijn Streuvelsgenootschap te stichten.

Voor dit project bestudeerde en editeerde Karel Platteau de correspondentie van Pieter Baes, Jan Craeynest en Franciscus Mervillie en voor het project van de KANTL Frank Lateur en Alfons Janssens.

“Gezelle kun je echt als ‘kapstok’ voor de negentiende eeuw zien. Maar dan één met een diepe hoedenplank, een parapluhouder en veel haken. Zelfs met een paar weerhaken. Zijn werk en zijn correspondentie bevatten immers zoveel ‘haken’ naar cultuur, politiek, religie, taal… Vaak in contradictie met de normen van zijn tijd, maar soms onlosmakelijk daarmee verbonden, als de angel van een honingbij.”
Karel Platteau
GGA 7458v

De creatie van een 'taal-gewrocht'

De jonge priester Craeynest, een ver familielid van mij, mocht filologie in Leuven studeren, droomde ervan om te doctoreren op vergelijkende taalkunde, maar dat mocht dan weer niet. Hij werd de ideale ‘assistent’ van de oudere, ziekelijke Gezelle, om die kurkdroge, zielloze Meditationes te vertalen. Samen boorden ze Middelnederlandse bronnen aan en ‘jeunden’ zich in de creatie van een ‘taal-gewrocht’.

GGA 7776r

De 'baes' spelen

Als je nu eenmaal ‘Baes’ als familienaam draagt, dan kun je net zo goed ‘baas’ spelen. En dat deed Pieter. Hij kon Gezelle opjagen om sneller verzen te leveren, en kreeg hij ze prompt, dan durfde ie te antwoorden: “Je hebt er al schoondere geschreven!”.

Paul Thoen 2

Paul Thoen

Paul Thoen is classicus en filosoof en gaf 36 jaar les in het kleinseminarie van Roeselare. Hij schreef diverse bijdragen over retoriek, literatuurgeschiedenis en letterenonderwijs in binnen- en buitenlandse vaktijdschriften en verzamelwerken. Paul Thoen is lid van het Guido Gezellegenootschap.

Voor het brievenproject Sint-Lodewijkscollege editeerde Paul Thoen de correspondentie van Felix De Grendele, Isidoor Hemeryck en Victor Van Coillie en voor het project van de KANTL Alfons De Cock, Lodewijk Roersch en Louis Scharpé.

“Gezelle had de naam schuchter, aarzelend en niet zo ‘sociaal’ te zijn. Tegelijk beleefde hij met zoveel mensen zulke intense contacten. Het verder verkennen van dit Gezelle-geheim, dat ook in zijn gelegenheidswerk schuilt, heeft mij tot deelname aan het brievenproject aangetrokken.”
Paul Thoen
Paul Thoen zielgedichtje Victor Van Coillie GGA1871 01

Vriendschappelijke contacten

Ik koos voor correspondenten die als leerlingen van het kleinseminarie Gezelle daar hadden leren kennen en langs hun brieven op diverse wijzen het contact bleven verder zetten. Met Victor Van Coillie blijkt de relatie haast kameraadschappelijk te zijn en ze zet zich door in literaire samenwerking, vooral voor Rond den Heerd. Gezelle zal in 1888 voor hem het zielgedichtje Hij, dichterlijk begaafd schrijven.

Paul Thoen Als pius spreekt GGA1544 01

De anonieme dichter...

Isidoor Hemeryck heeft voor de jubileumviering van de Mariacongregatie van 8 december 1863 heel snel het gevraagde gedicht voor het gedachtenisprentje toegestuurd gekregen vanwege Gezelle. Maar hij mag dat niet bekend maken, dus gaat hij zelf door voor de auteur van Als Pius spreekt. Hij schrijft: “Zeker zou ik u moeten bedanken in den naem van al de congreganisten en in ‘t bezonder van de raadsheeren, maer niemand weet wie de dichter van die versen is, … Men zegt dat Hemeryck poëet geworden is in Rhetorika, ...”

“Gezelle blijkt een tamelijk complexe persoonlijkheid die toch wel enkele tegenstrijdige tendensen in zich draagt. Soms principieel, soms coulant; soms sarcastisch, soms meelevend; soms strijdbaar, soms neerslachtig...”
Stefaan Maes
Bart Vandekerkhove 003

Bart Vandekerkhove

Bart Vandekerkhove is bezieler van het project Gezelle Gezongen. Hij verzamelt en zingt liederen op tekst van Guido Gezelle. Hij is voorzitter van de Guido Gezellekring en lid van het Guido Gezellegenootschap. Hij publiceerde diverse artikels in Rijmtijd en in Gezelliana. Zijn eerste boek ‘Niet ver van myne deur heb ik een raren gebeur…Gezelle in 170 raadsels’ verscheen in 2018.

Voor het brievenproject Sint-Lodewijkscollege editeerde hij de correspondentie van Pieter Busschaert en Hendrik Rommel en voor het KANTL project Karel Stallaert, Jan Van Droogenbroeck en Edward Van Even.

“Door de persoonlijke correspondentie van heel dichtbij te kunnen bestuderen, kreeg ik de gelegenheid om de intiemere kant van Guido Gezelle te ontdekken. Niets is nu eenmaal zo intiem als iemands persoonlijke correspondentie. Met dit brievenproject kregen we een uniek inzicht in Gezelles denk- en leefwereld.”
Bart Vandekerkhove
Bart vandekerkhove brief busschaert

Een lied boetseren

In het kader van mijn onderzoek naar composities op tekst van Guido Gezelle vormen Pieter Busschaert en Hendrik Rommel een grote bron van informatie. Via de correspondentie die zij voeren met Gezelle en componisten, zie je een lied ontstaan. Het is duidelijk dat een compositie, waarbij er heel wat interactie is tussen dichter en componist, een spel is van samenwerken en boetseren met een mooi lied als resultaat.

Bart vandekerkhove GGA3342briefomslag

De drang om te noteren

Het is frappant dat Gezelle ieder vrij kantje van een brief, postkaart of omslag benut om daar taalkundige notities op te noteren. Over het algemeen hadden die niets te maken met de inhoud van de brief, maar dit getuigt wel van zijn taalkundige creativiteit en zijn nooit aflatende drang om te noteren.

Inge geysen

Inge Geysen

Inge Geysen is wetenschappelijk medewerker bij de Openbare Bibliotheek Brugge. In haar vorige functie als adjunct-conservator bij Musea Brugge was Inge Geysen o.a. verantwoordelijk voor het Guido Gezellehuis, het geboortehuis van de dichter, dat je in Brugge kunt bezoeken. Inge Geysen is de secretaris en penningmeester van het Guido Gezellegenootschap.

Voor het brievenproject Sint-Lodewijkscollege editeerde Inge Geysen de correspondentie van August De Geetere, Leonardus Vandemaele, Cyriel Vanden Berghe, Louis Vanheule en Edward Verraes. Voor het KANTL brievenproject werkte Inge op de brieven van James Weale. In het project 'Vrouwen van papier' op de echtgenote Helena Weale.

“Brieven zijn fijne bronnen om mee te werken. Ze brengen je meteen heel dicht bij je onderzoeksobject: door het handschrift, de manier van communiceren en de inhoud. Toegegeven: ik heb altijd al een zwak gehad voor brieven. In het pre-mail-tijdperk schreef ik ze zelf ook graag.”
Inge Geysen
Inge Geysen GGA 6629vgedraaid

James Weale

Als je je verdiept in het Brugge van de 19de eeuw, kruist James Weale onvermijdelijk je pad. Hij deed onderzoek naar de Vlaamse Primitieven, richtte mee het Oudheidkundig Genootschap van Brugge op (waaruit het Gruuthusemuseum is gegroeid), werkte samen met Guido Gezelle, had een uitgebreid netwerk in binnen- en buitenland… Benieuwd naar wat de heren te bespreken hadden.

Koen calis

Koen Calis

Koen Calis is directeur-bibliothecaris van de Openbare Bibliotheek Brugge. Hij publiceerde diverse artikels over literatuur in de 19de eeuw en is de auteur van de blog Brugse Verzen.

Voor het brievenproject Sint-Lodewijkscollege editeerde hij de brieven van Pieter Baelden, Alfons Dassonville, Cyriel Delaere, Alfons De Leyn, Isidoor Fraeys, Victor Goethals, Julius Leroy, Emiel Minne en Ferdinand Van den Putte en voor het project van de KANTL Edward Gailliard.

“Ik vind het belangrijk dat brieven niet enkel geïnventariseerd worden, maar dat we ze ook inhoudelijk ter beschikking stellen. Zonder vrijwilligers zou dat niet mogelijk zijn. Persoonlijk vind ik het zinvol om mijn vrije tijd aan een hoogstaand cultureel project te besteden. Het stimuleert je intellectueel en je draagt bij tot de gemeenschap.”
Koen Calis
Koen foto lerarenkorps

Intellectuele elite

Ik was verrast door de samenhang in het corpus. Doorheen al die brieven en correspondenten liepen draden, die samen een netwerk vormden. Sint-Lodewijks was een soort van intellectuele elite in het spoor van de tandem Gezelle - De Bo.

Jan Geens 2

Dr. Jan Geens

Jan Geens behaalde aan de KU Leuven in 1982 het doctoraat Wijsbegeerte en Letteren op een proefschrift over Guido Gezelles journalistieke bedrijvigheid in het politieke weekblad ’t Jaer 30. Hij was o.a. lesgever talen aan verschillende colleges en hogescholen en bekleedde directeursfuncties in hogescholen en de Vlaamse Hogescholenraad. Jan Geens was verschillende jaren voorzitter van het Guido Gezellegenootschap en is actief betrokken bij verschillende culturele verenigingen .

Voor het brievenproject Sint-Lodewijkscollege editeerde dr. Jan Geens de correspondentie van Hendrik De Badts en voor het project van de KANTL Jan Bols.

“Uit de brieven van Debadts blijkt welk een waardering de Vlaamse clerus heeft gehad voor de jonge publicist Gezelle en hoe men vanuit heel West-Vlaanderen wou meehelpen in het aanbrengen van informatie voor zowel Rond den Heerd en wellicht nog meer voor het politieke weekblad ‘t Jaer 30. Als men dan natrekt wat Gezelle in zijn journalistiek werk hiermee heeft aangevangen, dan blijkt telkens weer hoe soepel en wendbaar hij het aangebrachte in boeiende journalistieke teksten heeft verwerkt.”
Dr. Jan Geens
Birgit

Birgit Ampe

Birgit Ampe is wetenschappelijk medewerker en conservatiespecialist bij de Openbare Bibliotheek Brugge.

Voor het brievenproject KANTL editeert Birgit de correspondentie van Jan Broeckaert, Joannes Willem Brouwers, Hippoliet Haerynck en Constant Jacob Hansen.

“Ik wist dat Gezelle veel aanzien genoot in zijn tijd en dat velen hem om taalkundig advies vroegen. Ik wist echter niet hoe dicht hij betrokken was bij de KANTL. Het was verrassend om te lezen dat enkele van mijn correspondenten zijn specifieke steun vroegen om te kunnen worden benoemd tot lid van de KANTL.”
Birgit Ampe
Birgit brief brouwers GGA 5420r

Joannes Wilhelmus Brouwers

De brieven van Joannes Wilhelmus Brouwers zijn interessant omdat de wrijvingen tussen de katholieken en de protestanten hierin aan bod komen. De ‘strijd’ wordt gevoerd over de grenzen heen en Brouwers ziet Gezelle duidelijk als een leidersfiguur voor de katholieke beweging.

Els

Els Depuydt

Els is verantwoordelijk voor het Guido Gezellearchief van de Openbare bibliotheek Brugge. Ze is lid van het Gezellegenootschap. De interesse voor Gezelle startte met haar thesis over brieven van missionarissen aan Gezelle als studente Germaanse filologie. Ze was wetenschappelijk medewerkster aan een onderzoeksproject rond Gezelles correspondentie aan de Universiteit Antwerpen. Binnen het huidige participatieproject kan ze haar drie passies combineren: talen, literatuur en geschiedenis.

Ze editeerde de brieven van de Sint-Lodewijksleraars Edward Van Robays, Bruno Vanhove, Desiderius Meersseman, e.a.

“Ieder handschrift heeft zijn eigen complexiteit en sommige brieven zijn echte breinbrekers. Ook het puzzelen met de stukjes brieffragmenten om zo opnieuw brieven samen te kunnen stellen op basis van watermerk, inhoud, inkt, papier en handschrift is een intellectuele uitdaging.”
Els Depuydt
GGA 9464 F

Humor, lef en charisma

Edward Van Robays is een correspondent met charisma, een scherpe pen, wat humor en het lef om Gezelle nu en dan wat terecht te wijzen. Hij was als leraar wiskunde bezig met de vervlaamsing van wiskundige termen waarover hij ook publiceerde in Rond den Heerd. Hij was ook betrokken bij de opstart van het tijdschrift Biekorf.

GGA 6016r

Pittige en kleurrijke taal

De brieven van Van Robays zijn een plezier om te lezen. Hij gebruikt een pittige en kleurrijke taal zoals in de brief van 12 mei 1888 waarin hij Gezelle aanmaant tot de actie: "Zoo, gij zult het doen, niet waar? Stelt dan nen keer alle domme en onnoozele schaamte of vreeze van kante om een kleen stukske te vragen van dien koeke die tot hiertoe altijd geheel en gansch in de muile gaat der gulzige en onverdienstlijke geuzen."

Johan Van Eenoo 2016

Johan Van Eenoo

Johan Van Eenoo studeerde af als vertaler en was medewerker bij de Openbare Bibliotheek Brugge. Hij is bestuurslid van de Vlaamse Esperanto-Bond en van Cultuurplatform Speling, muzikaal leider van de Brugse hommelgroep “In de klaere maene” en verzamelaar van volkse liederen.

Voor het brievenproject Sint-Lodewijkscollege editeerde hij de correspondentie van Leonard De Bo, Edmond Houtave, Aloïs Vandemaele en Bruno Vander Stichele en voor het project van de KANTL Karel Deflou en Karel De Gheldere.

“Ik koos voor De Bo als correspondent uit bewondering voor zijn West-Vlaamsch Idioticon, waarin veel spelling overeenkomt met mijn spellingsysteem voor het West-Vlaams.”
Johan Van Eenoo
GGA 5134r pardoen

Pardoen en de vredeszoen

Gezelle en De Bo hadden een goede band met elkaar. Toch blijkt er wel eens een haar in de boter gezeten te hebben. Dit zien we in een brief waarin De Bo in een gedichtje Gezelle om “pardoen” en “den vredezoen” vraagt.

GGA 4358v engelsmannekes

Engelschmannekes

Van Aloïs Vandemaele komt het idee om “Engelschmannekes” naar het college in Tielt te halen, waar hij leraar Engels was, en dit oorspronkelijk als conversatiepartners voor zijn leerlingen Engels om hen meer gelegenheid te geven de taal te spreken. Het college zou hen na hun middelbare studies doorsturen naar het Engels seminarie in Brugge, waarna ze als rooms-katholiek priester zouden ingezet worden in Engeland. Vandemaele richtte zich tot zijn vroegere schoolvriend Gezelle omdat die contacten had met Engelse families.

Lut De Neve 20151009 f1602774140

Lut De Neve

Lut De Neve studeerde Algemene Cultuurwetenschappen en werkt sinds 2005 in de Gentse Universiteitsbibliotheek. Voor het brievenproject van de KANTL editeert Lut de correspondentie van Guido Gezelle met Ferdinand Vander Haeghen, zijn zonen en collega's.

“Vander Haeghens collectie ‘Vliegende Bladen’ is één van de speerpunten van de onschatbare collectie die bewaard wordt in de boekentoren. De correspondentie met Gezelle is voor mij een aanzet om me verder te verdiepen in de visionair Vander Haeghen, een man die verzamelde met het oog op de toekomst.”
Lut De Neve
Correspondent Lut De Neve Ferdinand Vander Haeghen

Ferdinand Vander Haeghen

Ferdinand Vander Haeghen was hoofdbibliothecaris van de Gentse universiteitsbibliotheek van 1869 tot 1911. Zijn brieven zitten in het Guido Gezellearchief. De brieven van Gezelle aan Vander Haeghen worden in de Gentse Universiteitsbibliotheek bewaard. Het gespreksonderwerp is niet moeilijk om te raden: boeken, boeken en nog eens boeken!

Sofie

Sofie Leyts

Sofie Leyts is Germaniste. Ze is jeugdauteur en medewerker bij de Openbare Bibliotheek Brugge. Door de coronacrisis raakte Sofie via thuiswerk tijdelijk betrokken bij het voorbereidende redactionele werk van het brievenproject, en las zo de brieven van allerlei correspondenten waaronder Eugeen Van Oye. Voor het brievenproject van de KANTL editeerde Sofie de brieven van Désiré Claes en Alexandre Bonvarlet.

“Doorheen de vele brieven leer je Gezelle van dichtbij kennen, niet door persoonlijke ontboezemingen maar wel door de manier waarop hij zijn correspondenten antwoordde, de attente zorg die hij aan hen besteedde. Ook de veelzijdigheid van zijn oeuvre komt duidelijk naar voor. Mijn bewondering voor de man is alleen maar gegroeid. Hij was een getalenteerd woordenkunstenaar. Vooral de natuur kon hij op wonderlijke wijze in zinnen laten klinken.”
Sofie Leyts
GGA 3924r

Eugeen Van Oye

De hoeveelheid brieven die er werd uitgewisseld tussen leermeester en leerling was enorm. De toewijding van Eugeen aan Guido Gezelle grensde aan devotie. Ik vond het fascinerend om hem te zien evolueren van een vurige, soms nukkige jongeman (die mij soms ergerde) tot volwassen man en kreeg hierdoor een uitgebreide inkijk in het leven van toen. Guido Gezelle leerde ik een stuk beter kennen via zijn reacties op Eugeens brieven: steeds geduldig, innemend, wijs.

Piet 2

Prof. dr. Piet Couttenier

Piet Couttenier is emeritus hoogleraar Nederlandse literatuur aan de Universiteit Antwerpen en de KULeuven. Tot 2011 was hij aan de Universiteit Antwerpen woordvoerder van het Centrum voor Gezellestudie en het Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Nederlanden (ISNL). Van 1989 tot 2011 was hij hoofdredacteur van Gezelliana. Kroniek van de Gezellestudie. Hij maakt deel uit van het kernteam en editeert voor het brievenproject van de leden van de KANTL de brieven van baron J.B. Bethune.

“Het participatieproject van nu realiseert stapsgewijs een oude droom: het toegankelijk maken, met tekst en uitleg, van de uitgebreide correspondentie van Gezelle, een rijke bron voor onderzoekers en geïnteresseerden alom. De Gezellewebsite werkt ideaal als toegangspoort.”
Piet Couttenier
GGA 10290v

Jan Bruggeman

Baron Jean-Baptiste-Emmanuel-Felix-Vincent-Pierre-Marie (de) Béthune was geïnteresseerd voor geschiedenis en kunst, hetgeen ook uit de correspondentie met Gezelle blijkt. Hij ondertekende zijn brieven soms met Jan Bruggeman, een pseudoniem waaronder hij ook schreef in Rond den Heerd.

Julien

Julien Vermeulen

Julien deed studies germanistiek (KUL) en afrikanistiek (UG) en behaalde zijn doctoraat Nederlandstalige Congoliteratuur (UG, 1986). Hij was docent aan de Hogeschool VIVES Kortrijk en Université de Lille III. Hij publiceert regelmatig over Gezelle en zijn recentste werken zijn: Guido Gezelle, een vakman in de Kortrijkse binnenstad (2015) en Gezelle in context: taal, macht en identiteit (2021). Voor het brievenproject van de vrouwen zal hij zich toespitsen op de Kortrijkse kloosterzusters en de Kortrijkse dames.

“Gezelle schreef brieven en postkaarten zoals wij sms'jes of tweets versturen: tientallen per dag en over de meest uiteenlopende onderwerpen. Zijn dynamische aanpak leidde niet altijd tot hoffelijke epistels in schoonschrift. Maar hij kende zijn lezers: bij de ene kon een kwinkslag, bij de andere moest er een tikje vleierij bij. Binnen het old boys' network hanteerde hij graag zijn vertrouwd dialect, maar voor heren en dames schakelde hij vlot een register hoger: een andere taal, een andere stijl, een ander vocabularium.”
Julien Vermeulen
Paulinen Zusters Paulinen ten tijde van Gezelle

Kortrijkse Zusters

De Kortrijkse parochies telden veel priesters. Maar in aantal werden ze ruim overtroffen door kloosterzusters. In Gezelles onmiddellijke buurt ontmoeten we veertig Zusters Paulinen (Broel), tientallen Arme Klaren in de beslotenheid van de Goeningeabdij, meer dan dertig Zusters van Liefde ('t Fort), vijftien Zusters van Liefde (Heilig Hart) met een kleinschalige congregatie in Bersacques Poortje. Om en bij de honderd zusters in één straat! En ieder klooster had een eigen kapel en verschillende 'oratoires' voor de werking van de vele congregaties en patronaten. Contacten met deze kloostergemeenschappen en met de Begijnen maakten deel uit van Gezelles apostolisch werk.

Johan Braet1

Johan Braet

Johan Braet studeerde geschiedenis te Leuven en werkte als archivaris en erfgoedzorger bij de gemeente Zedelgem. Tot voor kort zette hij zich in voor het archief en de bibliotheek van de Stichting Jean van Caloen. Deze familiale vzw beheert het kasteel van Loppem en stelt het open voor het publiek. Johan editeert de brieven van Savina van Caloen, moeder en dochter, voor het project Gezelle en de vrouwen.

“Gezelle draag ik al mee sinds mijn kindertijd. Zijn gedichten openden voor mij de wereld van taal, poëzie en natuurgevoel. Dankzij mijn studiewerk over de familie van Caloen en het kasteel van Loppem ontdekte ik de dichter ook in onverwachte gedaantes: als graag geziene gast bij de Franssprekende Brugse adel, als gedienstig leverancier van ‘rijmreken’ voor de salons van het kasteel van Loppem, als missionaire geest, als journalist en politiek campagnebeest, als mentor van de jonge Joseph van Caloen.”
Johan Braet
Savinav Caloen3r

Artistieke stimulans

Boeiend is dat beide kanten van de correspondentie bewaard zijn gebleven: de brieven van Savina van Caloen in het Guido Gezellearchief en die van Gezelle bij de Stichting Jean van Caloen. Ze onthullen een veelzijdige Gezelle, die artistiek gestimuleerd wordt door de poëtische opdrachten en contacten met Savina en de familie. Sommige brieven tonen ons markante details uit het alledaagse leven: Gezelle kan niet komen eten omdat hij door een misstap in de Leie is gevallen en door de natte voeten influenza met een hevige hoest kreeg.

GGA SVC map3 document15r

Heilig Bloed

In 1892 schreef Gezelle vier opschriften voor gedenkstenen, aan te brengen aan vier Brugse huizen waar in woelige tijden het Heilig Bloed verborgen zat. Hij deed dit op verzoek van Savina van Caloen-de Gourcy, de kasteelvrouw van Loppem. “Vier kleine aktes van devotie”, noemde ze die opschriften. Gezelle noteerde ze op visitekaartjes. Hier zien we het opschrift voor het huis Perez de Malvenda in de Wollestraat.

Chris Vandewalle

Chris Vandewalle

Chris Vandewalle is sinds 1998 archivaris van de stad en het OCMW Diksmuide. Hij werkt aan heel wat lokaal historisch en biografisch onderzoek. Hij publiceert diverse artikels en publicaties waar er steeds een brede interesse is voor het economische, het sociale, het culturele en het politieke leven uit late de 19de eeuw. Chris editeert voor het brievenproject van de leden van de KANTL de correspondentie van Henrik Sermon en van Pater Placidus Amandus Haghebaert, een familielid.

Haeghebaert 003

Placidus Amandus Haghebaert

Predikheer Placidus Amandus Haghebaert was exegeet, lector en letterkundige. Afkomstig uit de Westhoek werd hij in 1889 dominicaan in Leuven. In Rond den Heerd en Dietsche Warande & Belfort kennen we hem vooral van zijn Dietsche vertalingen van Aptonga en de Divina Comedia. Vertalen werd dan ook zijn levenswerk. Auteurs uit de patristieke periode kregen zijn bijzondere aandacht. Schrijvend met Gezelle zantte hij heel wat woorden en uitdrukkingen bij elkaar.

Sofie Meneve

Sofie Meneve

Sofie was masterstudente in de Vergelijkende Moderne Letterkunde aan de UGent. In kader van haar stage werkte ze tijdelijk binnen het KANTL-project op de brieven van Johan Winkler. Ze werkte de ontmoetingsjaren 1881-1882 volledig af.

Lees hier het interview met Sofie in Inzoemen, de nieuwsbrief voor de Vrienden van de Biekorfbibliotheek.

“Ik heb een natuurlijke voorliefde voor brieven en het is bijzonder om een grote naam uit de Nederlandstalige literatuurgeschiedenis als Guido Gezelle van zo dichtbij te mogen bestuderen. De warme dynamiek tussen Gezelle en Winkler en hun gemeenschappelijke drang naar kennis die de brieven doordrenkt, maken het des te evidenter voor mij om aan dit project te willen bijdragen. Winkler vat dit gevoel nauwkeurig samen in één van zijn brieven: “Zoo’ t U kan dienen, mij zal ’t lief zijn.””
Sofie Meneve
Johan Winkler

Johan Winkler

Johan Winkler was een Nederlands arts en wetenschappelijk auteur. Als taalkundige specialiseerde hij zich in achternaamvorming en dialecten, waaronder zijn eigen taal het Fries. Hij verwierf bekendheid door zijn in 1874 verschenen Algemeen Nederduitsch en Friesch Dialecticon. De correspondentie tussen Gezelle en Winkler begon in 1881 met Gezelles vraag om zijn “maandelyks verschynend bladtje” (Loquela) naar Winkler te mogen opsturen. Deze laatste accepteerde het voorstel met veel genoegen, en zo ontwikkelde zich uit wederzijdse bewondering een hechte vriendschap.

Louise2

Louise Snauwaert

Louise Snauwaert studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit Gent. Ze volgde een beroepsinlevingsstage als projectmedewerker bij het brievenproject. Zo deed ze tijdelijk ervaring op in de werking van een erfgoedbibliotheek en kwam ze via Gezelles correspondentie dagelijks in contact met haar voornaamste interessegebieden: literatuur en taal. Binnen het project editeerde ze de brieven van Peter Jozef Scherpenseel en een stuk van de Johan Winkler-correspondentie.

“Het boeiende aan het correspondentieproject is dat het toont dat Guido Gezelle zo veel meer was dan de priester-dichter die we herinneren. Vooral zijn taalkundige activiteiten, die in talloze brieven naar voren komen, interesseren mij echt”
Louise Snauwaert
GGA 6071r

Zuid-Afrika in de Academie

Peter Jozef Scherpenseel was een zakenman uit Brussel die als consul-generaal de belangen van de toenmalige Zuid-Afrikaanse Republiek verdedigde. Net zoals Gezelle zag hij in het Afrikaans taal- en stamverwantschap met het Vlaams. Mede dankzij Gezelles steun werd hij verkozen tot buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie, zodat hij daar het ‘nieuwe Groote Dietschland’ kon vertegenwoordigen. Zijn brieven gaan vooral over dit lidmaatschap en hoe Gezelle hem daarbij kon helpen.

“Uw Zeer Eerwaarde zult dus wel begrijpen, dat het mij oneindig veel genoegen zou doen, indien ik onder den helderen blauwen hemel van Zuid-Afrika, waar ons dietsche volk zoo krachtdadig zijn bestaan handhaaft, indien ik daar het goede nieuws mocht vernemen, dat de Koninklijke Vlaamsche Academie mij als buitenlandsch – Nederlandsch Zuid-Afrikaansch – eerelid in haar midden had opgenomen.”
P.J. Scherpsenseel aan G. Gezelle - Brief 29.11.1888
Seppe de schepper

Seppe De Schepper

Seppe De Schepper studeerde wijsbegeerte aan de Universiteit Gent. Als student besloot hij om Gezelle te herlezen, om zo weer meer voeling te krijgen met de eigen taal. Opgegroeid in het Meetjesland, kan hij zich heel erg vinden in Gezelles poëtische beschrijvingen van de natuur in deze streek.

Voor het brievenproject KANTL bleef zijn editiewerk beperkt tot één correspondent: Amaat Joos.

“Mijn interesse in Gezelle is gegroeid op de universiteit. Door om te gaan met teksten van heel Europa word je wat vervreemd van de cultuur van de eigen streek en ook de eigen taal. Om deze reden besloot ik Gezelle te herlezen, aangezien ik ik hou van zijn taalspel.”
Seppe De Schepper
EH Amaat Joos

Amaat Joos

De correspondentie met Amaat Joos is interessant aangezien deze kanunnik theologische traktaten schreef en wijsgerig interessant is in verband met het 19de- eeuwse katholicisme. Ook de discussie met de Vlaamse Beweging waaraan Joos en Gezelle deelnamen is een interessant stuk geschiedenis waar ik meer over te weten wenste te komen.

Dirk Geirnaert

Dirk Geirnaert

Dirk Geirnaert is neerlandicus. Hij was een van de Vlaamse medewerkers bij het Vlaams-Nederlandse Instituut voor de Nederlandse Taal (INT) te Leiden. Hij werkte als redacteur mee aan het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) en was verantwoordelijk voor de Cd-rom Middelnederlands. Na de voltooiing van het WNT in 2001, werkte hij aan de online historische woordenboeken van het INT. Hij schreef in Biekorf over de originele Gezellebrieven die bij het INT en in de Leidse Universiteitsbibliotheek bewaard worden. Voor het project van de KANTL editeerde hij de correspondentie van Willem De Vreese en Gerrit Jacob Boekenoogen.

“Het is mooi om te zien hoe duidelijk bepaalde menselijke trekken uit de briefwisseling De Vreese - Gezelle naar voren komen. De Vreese: hardwerkend, doortastend, zelfbewust, eergevoelig, strategisch opererend, vaak ook wel dwingend op het drammerige af; Gezelle: steeds bereid tot medewerking, b.v. aan de realisering van KANTL-ambities van De Vreese en aan het werk voor het WNT door genereus zijn Woordentas beschikbaar te stellen voor het Leidse woordenboekenwerk.”
Dirk Geirnaert
De Vreese AMVC W. De Vreese (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis)

De Vreese & Boekenoogen

Dirk koos voor Willem De Vreese omdat hij zo immens belangrijk geweest is voor de studie van de Middelnederlandse literatuur en de Middelnederlandse handschriften, twee onderzoeksdomeinen waar Dirk zich ook graag op begeeft. Boekenoogen sprak hem aan omdat hij een van zijn verre voorgangers was bij het WNT: van 1896 tot 1930 was hij een van de belangrijkste en productiefste WNT-redacteuren. En wat natuurlijk zijn keuze ook bepaalde was het feit dat hij beide correspondenten ruim 20 jaar geleden al uitgebreid had leren kennen via het onderzoek van de Gezellebrieven die in Leiden bewaard worden.

Arnold Strobbe

Arnold Strobbe

Arnold Strobbe is germanist en was leraar in het V.T.I. te Deinze. Hij is lid van het Guido Gezellegenootschap en de Gezellekring. Als plaatselijk heemkundige en bestuurslid van de Gezellekring schreef hij een biografie van de Poekse Gezelleleerling Hendrik Van Doorne. Binnen het brievenproject werkt Arnold rond de correspondentie van Van Doorne.

“De band tussen Gezelle en de notarisfamilie Van Doorne was ooit heel intens. Gezelles gedicht 'Poucke'( 1857) eindigt met de woorden:' Poucke, en daar is 't al!'. Wie weet, werpt Gezelles briefwisseling met de Van Doornes meer licht over wat Gezelle bedoelde met dat 'al'.”
Arnold Strobbe
Marc Carlier

Marc Carlier

Als germanist en literatuurhistoricus is Marc Carlier gepassioneerd door de geschiedenis van de Vlaamse literatuur en de Vlaamse Beweging in de 19de eeuw. Hij publiceert hierover al meer dan 30 jaar. Hij startte zijn carrière als wetenschappelijk medewerker aan UGent en werkte er mee aan de Bibliografie van de Vlaamse tijdschriften in de 19de eeuw. In 2017 publiceerde hij De laatste Brugse rederijkers over het letterkundige leven in Brugge. Hij verzamelt 19de-eeuwse literatuur en is kunsthandboekbinder. Hij is redactielid van Biekorf en ombudsman van de Stad Brugge. Voor het Gezelleproject werkt hij als researcher en probeert zo moeilijke knopen in de briefwisseling te ontwarren.

“Zo is het thuis wijzen van figuren in Gezelles briefwisseling met de Engelsen een hele uitdaging. Biografische gegevens over bepaalde personages moet ik samen sprokkelen uit de Britse volkstellingen en uit verschillende genealogische websites die ik dan met elkaar confronteer. Maar ook op Vlaamse correspondenten van Gezelle kan je je tanden stuk bijten. Ik genoot ervan toen ik kon uitklaren dat de priesters Leo en Leopold Pycke, allebei uit Sint-Kornelis-Horebeke, twee verschillende personen waren. Daar bestond nogal wat onduidelijkheid over. Ik ben er dan ook zeker van dat het digitaliseringsproject tot nieuwe inzichten over Gezelle zal leiden”
Marc Carlier
Miet

Miet Hubrechts

Miet Hubrechts (1960) groeide op in in het Limburgse Gruitrode maar woont al ruim 40 jaar in Roeselare. Als classica gaf ze onder meer Grieks en Latijn in het Klein Seminarie in Roeselare. Binnen het project 'Vrouwen van papier' verdiept Miet Hubrechts zich in de correspondentie met de meisjes die leerling waren in het Engels Klooster en aan wie Guido Gezelle les gaf.

“Dit citaat van Cesar Gezelle bracht de dichter onverwachts korter bij de wereld van mijn jeugd: Maar Gezelle hield veel van Limburg: ‘Ik geloof dat er ergens van de oudste tijden af, eene geheimzinnige bane ligt tusschen Westvlaanderen en Limburg...’ ‘Doch,’ zegt August Cuppens, ‘dit en is de eenige reden niet. (…) Jong Limburg moet Gezelle alles, alles dank weten dat het is of ooit worden zal.’ (…) Hij heeft de jonge Limburgers behandeld als bedorven kinderen, schreef hun bijna wekelijks lange brieven, en zij beminden hem als een vader, zij vereerden hem als een vorst.”
Miet Hubrechts
“Els Depuydt bracht orde in mijn streven: eerst het schoonschrift van Rembry en de techniek van het digitaliseren, daarna de vrouwelijke briefschrijfsters letterlijk en figuurlijk een gezicht geven en wie weet ligt dan de geheimzinnige bane naar Limburg open.”
Miet Hubrechts
Liesbeth langouche

Liesbeth Langouche

Dr. Liesbeth Langouche heeft een achtergrond als kunsthistorica, conservator-restaurator en als journaliste. Gepassioneerd als ze is door erfgoed en wetenschappelijk onderzoek, hecht ze er groot belang aan om de verhalen die gebouwen, objecten en documenten ons vertellen naar het brede publiek over te brengen. Op die manier wordt dit erfgoed het best naar waarde geschat, blijft het ‘leven’, en kunnen we er nog intenser van genieten. Dit geldt evenzo voor het archief van Guido Gezelle, waaraan Liesbeth werkt binnen het project ‘Vrouwen van papier’.

“Ik kan me helemaal verliezen in het werk rond de brieven van Gezelles vrouwelijke correspondenten. Het ontcijferen van de handschriften is heerlijk, net als het detectivewerk dat nodig is om de teksten van annotaties te voorzien. Bovendien krijg je door de brieven een geprivilegieerde kijk in de leefwereld van deze 19e-eeuwse vrouwen.”
Liesbeth Langouche
Lunagezelle

Luna Haertjens

Luna Haertjens is bibliotheekmedewerker bij de Openbare Bibliotheek Brugge. Ze studeerde Kunstgeschiedenis en behaalde in 2012 haar masterdiploma aan de Université Libre de Bruxelles.

Binnen het project "Vrouwen van Papier" onderzoekt Luna Haertjens de brieven van de Franstalige Marie Sophie Delva.

“Briefwisselingen zijn een boeiende manier om zowel een persoon als een stuk geschiedenis tegelijkertijd te ontdekken. De correspondentie van Mevrouw Delva geeft ons talloze aanwijzingen over de relaties tussen Guido Gezelle en de adel van de 19e eeuw uit de regio Kortrijk - Ieper. Dankzij haar schrijfstijl en toon leren we ook de krachtige persoonlijkheid van Mevrouw Delva kennen.”
Luna Haertjens
Amber

Amber Sonck

Van februari tot april 2023 liep Amber Sonck (Universiteit Gent) stage in het Gezellearchief. Ze werkte mee aan het brievenproject ‘Vrouwen van papier’. Binnen dit project stond Amber in voor de transcriptie en annotatie van de brieven van Katharine Woodlock en Jemima Hazeland, twee Engelstalige correspondenten van Gezelle.

>> In een kort interview blikken we terug op Ambers stage.

“Vooral de getuigenissen van Katharine Woodlock zijn mij bijgebleven. Ondanks dat ze vooral klaagt over haar vele tegenslagen en de angst om ouder te worden, kaart ze ook serieuzere onderwerpen aan, zoals de genderongelijkheid in de maatschappij: “Monsieur & I got on splendidly we shall become quite good friends if that continues he is so thoroughly good I cannot but respect him & I am almost beginning to admit what I have been fighting against all my life – namely that man is a superior animal to woman, and I heartily wish I had been born one. One can be anything do anything as a man as a woman one is the mere plaything of fate.””
Amber Sonck
Aurelie

Aurélie Lemmens

Aurélie Lemmens volgt de master-na-masteropleiding in de Literatuurwetenschappen aan de KU Leuven. In het kader van haar onderzoeksstage bij Prof. Dr. Marianne Van Remoortel werkt ze mee aan het brievenproject ‘Vrouwen van papier’. Binnen dit project is Aurélie verantwoordelijk voor de transcriptie en annotatie van Nederlands-, Engels-, Frans-, en Italiaanstalige brieven.

“In een samenleving die voortdurend in beweging is, biedt het lezen van een negentiende-eeuwse brief ons een korte adempauze. De brieven nodigen ons uit om stil te staan bij de gevoelens en ervaringen die erin vervat zitten.”
Aurélie Lemmens
IMG 20231011 130714

Studenten UGent

De studenten van de interuniversitaire master-na-masteropleiding in de literatuurwetenschappen (UGent) werken mee aan het project Vrouwen van papier. Binnen het vak 'Boekgeschiedenis en digitale menswetenschappen' zullen ze de correspondentie van Helena Weale verder transcriberen en inhoudelijk ontsluiten. Ook de ontsluiting van de brieven van Jemima Hazeland nemen ze op zich. Ze worden begeleid door Marianne Van Remoortel (UGent) en Julie Birkholz (UGent), in samenwerking met het Ghent Centre for Digital Humanities (GhentCDH) en de Openbare Bibliotheek Brugge.

“Ik vind het heel fascinerend hoe intiem Helena correspondeerde met Gezelle. Het voelt soms zelfs een beetje voyeuristisch aan om de brieven te analyseren. Tegelijkertijd geeft dit wel een heel unieke blik op Helena’s leefomstandigheden in een toch wel vrij ver verleden. Ook vind ik het heel interessant om Gezelle te leren kennen via andere figuren – hoe ze hem benaderden, wat voor waarde hij in hun leven had en wat ze van hem verwachtten. Ik vraag me af of deze brieven bij momenten misschien een authentieker beeld kunnen schetsen van Gezelle.”
Beau Serrus
Collyn

Collyn Verlinde

Collyn Verlinde werkt als Bis-stagiair en als projectmedewerker mee aan het project 'Vrouwen van papier'. Hij digitaliseert alle brieven en daar komt heel wat puzzelwerk bij kijken... Gezelle verknipte zijn brieven immers om er taalkundige fiches van te maken. Eén brief bestaat dus vaak uit verschillende stukjes papier die samengevoegd moeten worden.

Peter Debaets

Peter De Baets

Peter De Baets studeerde geneeskunde (KUL, 1986) en specialiseerde in röntgendiagnose (1990). Hij is werkzaam in het ziekenhuis AZ Alma te Eeklo. Zijn extraprofessionele interesses gaan uit naar genealogie en plaatselijke geschiedenis. Hij werkte mee aan de vermeerderde uitgave van het Woordenboek van de familienamen in België en Noord-Frankrijk van Frans Debrabandere (2003), en was van 2008 tot 2023 voorzitter van de VZW Biekorf. Peter De Baets werkt als researcher voor het Gezelleproject.

“Het tijdschrift Biekorf werd gesticht met medewerking en onder het toezicht van Guido Gezelle, vanwaar mijn interesse naar zijn netwerk.”
Peter De Baets
GGA 1176vgedraaid

Het verhaal van Grace Sherrington

Gezelle noteerde ooit in potlood een kladversie van een gedichtje op een naamkaartje van ene Grace Sherrington. Zij bleek een geschoolde zangeres te zijn en werkte op het laatst als muzieklerares te Londen. Hier zou het verhaal kunnen eindigen, maar bij nazicht bleek de familie Sherrington heel interessant. Haar oudere zuster Helen Sherrington was een wereldberoemde sopraan, en was gehuwd met de componist en organist Jacques-Nicolas Lemmens. Nog is het verband met Guido Gezelle niet duidelijk tot we zien dat de ouders Sherrington in Kortrijk woonden. Hun vader John Sherrington, overleden te Kortrijk in 1883, was onder meer een pionier van de fotografie. Zijn opnames behoren tot de oudste fotografische stadszichten van Rotterdam en van Kortrijk. Zo kan een eenvoudig visitekaartje toch helpen om de wereld van Gezelle verder te stofferen.

Guido

Guido Spyns

Guido Spyns studeerde Germaanse filologie aan de KUL(AK) en gaf van 1976 tot 2020 les aan het kleinseminarie te Roeselare waar hij ook meehielp aan de Gezelleherdenking van 1999. Verder is hij ook stadsgids bij de Brugse Gidsenbond. Guido werkt als vrijwilliger mee aan het project 'Vrouwen van papier'. Hij editeert o.m. de brieven van de Mary Ann Walton, de schoonzus van James Weale en Mary Buckler.

“Naast mijn voornaam heb ik nog wat gemeenschappelijke elementen met Gezelle te delen. Een tekstfragmentje van Gezelle prijkte op mijn eerste communie’zantje’ en net zoals hij maakte ik de overstap van Brugge naar Roeselare om in zijn voetsporen te treden als titularis van de poësisklas van het plaatselijke kleinseminarie. Als anglofiel, net als mijn voornaamgenoot, ben ik blij om de correspondentie met Engelse dames aan te pakken.”
Guido Spyns
Luc bucquoye 6 0

Luc Bucquoye

Luc Bucquoye, geboren te Brugge, studeerde af aan de UGent als licentiaat Germaanse filologie. Hij verbleef jarenlang in Afrika, waar hij in het onderwijs stond. Later bouwde hij er een loopbaan op in de zakenwereld. Het VUB Luc Bucquoye Fonds voor literatuur werd opgericht in 2018. Jaarlijks wordt er een prijs uitgereikt aan een auteur die uitblinkt door Nederlandstalig werk dat van eigenzinnigheid getuigt.

Voor het Gezelleproject kunnen we op Luc rekenen voor research in binnen- en buitenland. Zo trokken we met hem naar "La Congrégation des Filles de l’Enfant-Jésus" te Rijsel.

Het kernteam achter het brievenproject

De online editie van Gezelles brieven is een samenwerkingsproject met de Openbare Bibliotheek Brugge, het Gezellegenootschap, de KANTL en de Universiteit Antwerpen:

Openbare Bibliotheek Brugge

  • Els Depuydt, verantwoordelijke Guido Gezellearchief (ook vrijwilliger)
    Projectleiding, begeleiding vrijwilligers en redactie
  • Katrien Deroo, expert digitale ontwikkeling en innovatie (- december 2022)
    Technische begeleiding en ondersteuning, ontwikkeling gemeenschappelijk brievenplatform
  • Koen Calis, directeur-bibliothecaris (ook vrijwilliger)
    Algemene projectontwikkeling
  • Liesbeth Langouche, projectmedewerker 'Vrouwen van papier', begeleiding vrijwilligers en redactie (februari 2023-)
  • Johan Van Eenoo, redacteur (- april 2021)
  • Birgit Ampe, redacteur (april 2022-) (ook vrijwilliger)
  • Collyn Verlinde, projectmedewerker 'Vrouwen van papier', digitalisering brieffragmenten, beeldbeheer (november 2022-)
  • Heidi Keereman, digitalisering beelden
  • Maarten Couvreur, digitalisering beelden
  • An Desmedt, communicatie
  • Louise Snauwaert, projectmedewerker (bisstage november 2021-april 2022)
  • Beau Wauters, redacteur (april 2024-)

Gezellegenootschap

  • Karel Platteau, voorzitter (ook vrijwilliger)
    Algemene projectontwikkeling

KANTL

  • Judith Van Doorselaer, ad-interimdirecteur
    Algemene projectondersteuning
  • Mario Van Assche, onderzoeker (freelance medewerker maart 2023-)
  • Ellen Vanderstraeten, onderzoeker
    Technische begeleiding en projectondersteuning (2020-jan 2023)
  • Bert Van Raemdonck
    Algemene projectontwikkeling (-2020)
  • Ron Van den Branden, senior onderzoeker (-2020)
    Opleiding vrijwilligers, technische begeleiding en projectondersteuning, ontwikkeling van de editie

Universiteit Antwerpen

  • Prof. Piet Couttenier (ook vrijwilliger)
    Promotor van het brievenproject binnen UA: inventaris, reconstructie brieffragmenten en transcripties
  • Team UA: Boudewijn De Leeuw, Els Depuydt, An Labis, An De Vos en Lisette Baeten

Voor de editie van de brieven konden we bovendien rekenen op de hulp van een ruime kring Gezellianen, die via het 'vraagveisterke' gewaardeerde bijdragen leverden bij o.a. de transcriptie en verklaring van woorden.

  • Https glue be volumes quotes quote gezelle2
  • Couttenier1 002
  • Karel Platteau
  • Judith
  • Koen calis ellen de meulemeester 002
  • Liesbeth langouche
  • B OB MS171 179
  • Mario
  • An Desmedt
  • Birgit
  • Collyn
  • Profielfoto Beau
  • Maarten

Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.