Gezelle publiceerde veel werk buiten zijn dichtbundels als zelfstandige drukken of in tijdschriften. Ook na zijn dood liet Gezelle heel wat ongepubliceerde gedichten na, waaronder bekende poëzie zoals ‘t Er viel ‘ne keer. Ze werden na zijn dood gebundeld en te boek gesteld.
Maar twijfelzonnig lente en is 't,
de wind en wilt niet zoeten;
't geboren loof zijn moeder mist
en wachten zal 't mij moeten,
zoo lange er buien bovenslaan,
om schielijk weêr zijn gang te gaan.
Zijn gang te gaan, in weide en bosch,
in heesters en in hoven,
begeert het, alle boeien los
en alle buien boven;
dan zal het al vol zonne zijn,
vol wellust en vol wonne zijn. (...)
Klop klop klop klop
de vlegel op
de vlegel neêr
klop klop klop weêr.
Klop klop klop klop
het graan vliegt op
het graan valt neêr
klop klop klop weêr.
Klop klop klop klop
naar boven op
van boven neêr
klop klop klop weêr. (...)
Laatste verzen. Antwerpen-Amsterdam: De Nederlandsche Boekhandel-L.J. Veen, 1901.
De ring van ’t kerkelijk jaar. Roeselare: J. De Meester, 1908.
Verzameld dichtwerk., (ed.) Jozef Boets, e.a.. Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel, 1980-1991 (8 dln.)
Lees meer over de aanwinst van het nagelaten gedicht Die mijn hert bemint.
Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.