Op 3 mei 1858 overleed Gezelles leerling Eduard van den Bussche. Gezelle schreef een poëtisch verslag van de begrafenisplechtigheid voor familie en vrienden. Proza en dichtvorm worden er afgewisseld. Vanaf 1860 werd de bundel talrijke keren herdrukt onder de titel Kerkhofblommen, telkens aangevuld met nieuwe zielgedichten voor andere overledenen
Gezelle schreef het gedicht "Zoo daar ooit een blomke groeide" voor het bidprentje van de overleden leerling Eduard van den Bussche. Hij nam het op in de bundel Kerkhofbloemen.
door de stille strate toen,
en 't is weenen, en 't is klagen
dat ze bin' de wijte doen!
Stap voor stap, zoo gaan de peerden,
traagzaam, treurig, stille en stom,
en zij kijken, of 't hun deerde,
dikwijls naar hun' Meester om;
Kerkhofbloemen. Roeselare: Stock-Werbrouck, 1858. Vanaf 2e druk: Kerkhofblommen. Roeselare: D. Goethals-Priem, 1860 ; Gent: S. Leliaert, A. Siffer, 1888 ; Roeselare: J. De Meester, 1892 en 1900.
Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.