Desiderius Meersseman was de zoon van Clement Meersseman, bakker, en Regina Liefooghe. Hij ontving zijn priesterwijding te Brugge op 21.05.1853. Hij was leraar aan het Brugse Sint-Lodewijkscollege (21.05.1853 - 26.03.1875). Vervolgens was hij pastoor in Woumen (26.03.1875) en in Moorsele (20.09.1882).
In 1860 hield hij te ’s-Hertogenbosch een lezing op het zesde Taal- en letterkundig Congres: Over eenige voordelen onzer moedertale in de eerste ontwikkeling en hoogere beschaving des geestes (Brugge, 1861). Hij was ook lid van de Gilde van Sinte-Luitgaarde. Hij publiceerde een aantal redevoeringen waaronder twee die hij voor de Gilde van Sinte-Luitgaarde uitgaf in 1874 en 1876. Hij schreef in het tijdschrift Rond den Heerd en Biekorf. Hij publiceerde o.m. over de vervlaamsing van scheikundige termen.
Brief van D. Meersseman aan Guido Gezelle, Moorsele 01.11.1887, p.1.
Brief van D. Meersseman aan Guido Gezelle, Moorsele 01.11.1887, p.2.
Online editie van de brieven van de leraars met Gezelle
Hier kan je de digitale beelden van de brieven vinden samen met de volledige doorzoekbare tekst. De brieven zijn verrijkt met biografische en contextuele informatie.
Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.
Deze website maakt gebruik van cookies. De cookies van Google Analytics zijn volledig geanonimiseerd en daarom plaatsen we die zonder toestemming. Lees hier meer over onze privacy politiek.