Camille Roelandts, zoon van Ferdinandus-Dionisius, ontvanger van de directe belastingen, en Flabvia-Domitilla Iserbyt, trad in in het grootseminarie op 30.09.1852 en hij werd tot priester gewijd op 18.12.1858. Hij werd leraar van het college te Oostende (01.10.1857). Hij werd achtereenvolgens directeur van het Leergesticht den Casino, Kortrijk (16.09.1859), principaal van het college te Tielt (01.09.1860), pastoor te Lendelede (07.02.1877) en te Harelbeke (04.12.1882), waar hij overleed op 04.08.1892.
Voor zijn naamfeest op 18.07.1884 schreef Gezelle een gelegenheidsgedicht "Weêr is de schoone dag verrezen". Het gedicht werd ook gepubliceerd in Rond den Heerd (03.08.1884).
Onder zijn leiding als derde principaal van het Sint-Jozefscollege te Tielt (1861-1877) ontstond het internaat, waardoor het leerlingenaantal toenam, werd de "Société Littéraire" (uniek in West-Vlaanderen) verder gezet, werden de "cours d'études professionelles" opgestart en werden de banden met het Tieltse stadsbestuur aangehaald. Later werd hij de "2e stichter van het college" genoemd. Hij werd als principaal opgevolgd door zijn broer Constantin Roelandts (07.02.1877-1879).
Online editie van de brieven van de leraars met Gezelle
Hier kan je de digitale beelden van de brieven vinden samen met de volledige doorzoekbare tekst. De brieven zijn verrijkt met biografische en contextuele informatie.
Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.
Deze website maakt gebruik van cookies. De cookies van Google Analytics zijn volledig geanonimiseerd en daarom plaatsen we die zonder toestemming. Lees hier meer over onze privacy politiek.