Samen met meester Henk schilderden en tekenden de kleuters van de Brugse Heilig Hartschool (Sint-Andreasinstituut) het gedicht De averulle en de blomme. Een levende “averulle” bracht ook een bezoek aan de klas.
DE AVERULLE EN DE BLOMME
Daar zat ne keer een Averulle
en lekte met nen zom,
zom, zom,
den dauw van op de blaren,
die klaar bedreupeld waren
lijk met nen dreupel rom,
rom, rom.
Wanneer zij fraai gedronken had,
zoo vloog ze scheef en krom,
rom, rom,
al neuzlen en half dronken,
tot waar de kleêrkes blonken
van eene schoone blom,
lom, lom.
De blomme die ze kommen zag
en viel niet al te dom,
dom, dom,
maar riep zoo, loos van zinnen:
«Hei, Kobbe, kom mij spinnen
een kobbenet rondom,
om, om.»
En Kobbe, die was seffens g'reed,
en steld'heur pootjes krom,
rom, rom;
zij spon heur looze netten
om heur daarin te zetten,
en zat daar stille en stom,
tom, tom.
En als de Rulle kwam nabij
geflodderd, krom en slom,
lom, lom,
zoo is ze in 't net gevlogen,
en deerlijk uitgezogen,
ofschoon zij jankte: «Zom
zom zom !»
De looze blomme loech ermeê,
die looze booze blom,
lom, lom,
eilaas ! zoo menig jonkher
wordt uitgezogen pronker,
om eene schoone blom,
dom ! dom !