Aan u voorwaar had menig man

Gezelle schreef dit gedicht voor een stervende timmerman.

GGA 5881r Brief van Edward Van Robays

Zoveel kisten voor anderen...

Gezelle schreef dit gedicht op vraag van Edward Van Robays, leraar aan het Sint-Lodewijkscollege en medewerker van Gezelle. Op 16 september 1887 schreef die hem dat zijn stervende vader als timmerman “zoveel kisten voor anderen gemaakt heeft en nu welhaast zelve in dat droevig bedde zal moeten geleid worden.” In het gedicht speelt Gezelle mooi in op de persoonlijke informatie uit de aanvraag.

GGA1861 01

Bidprentje

In zijn bedankingsbrief stuurde Van Robays een aantal exemplaren van de bidprentjes en meldde hij dat zijn moeder en de rest van de familie heel blij waren met de “schoone verzekes”. In dezelfde periode gebruikte Gezelle de tekst ook voor een andere timmerman uit Kortrijk. Hij nam hem ook op in de volgende uitgave van Kerkhofblommen.

Aan u voorwaar had menig man

Aan u voorwaar had menig man
     zijn laatste kleed te danken,
het bruiloftskleed der dooden, van
     eilaas vier arme planken!

Dat wist ge, en uw' voorzichtigheid
     sprak, wakend lang voordezen:
«o Hout, misschien, door mij bereid,
     zult gij mijn grafhout wezen!»

Gelukkig die, met 't scherpe in d'hand,
     geslaafd hebt zooveel jaren
aan 't vaartuig, dat in 't Vaderland
     u vrij zou helpen varen!


Gelukkig dien de vriend van al
     die waakt en bidt zal geven,
na 't werkend, in dit tranendal,
     daar, 't eeuwig rustend leven!

Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.