Gezelle had een uitgesproken voorliefde voor Engeland. Zijn ultieme droom was om missionaris in Engeland te worden. Zijn oversten hielden hem liever hier. Hij kon zich wel inleven in de Engelse gewoontes en cultuur door contact met de Engelse studenten aan het kleinseminarie, de leden van de Oxford Movement en de Engelse kolonisten in Brugge.
In de loop van de negentiende eeuw kwamen vele jonge katholieke Engelsen aan de colleges en seminaries op het vasteland studeren wegens een tekort aan internaten in het overwegend anglicaanse Engeland. Zo kon Guido Gezelle zich al op heel jeugdige leeftijd inleven in de Engelse gewoontes en cultuur. Toen hij leerling werd aan het Roeselaarse kleinseminarie (1846), behoorden ze tot zijn dagelijkse leven. Later als leraar, kreeg hij er de zorg toevertrouwd over de Engelse internen. Deze jonge leerlingen waren ver van huis en hadden last van heimwee. Ze klopten bij Gezelle aan met hun dagelijkse problemen.
Gezelle correspondeerde en hield nauw contact met deze leerlingen en hun familie, bv. met: George Gadd en zijn moeder Anne, Edmond Hicks, Charles Edmonstone, etc.
Het merendeel van deze leerlingen werd missionaris in het thuisland of in de overzeese gebieden. Het contact bleef. Dit was trouwens ook wat de jonge leraar en priester Gezelle altijd zelf gewild had: naar Engeland gaan als missionaris.
In Roeselare stichtte Gezelle onder zijn Engelse en Vlaamse leerlingen de “Confraternity”, een geheim spiritueel en devotioneel genootschap. Het werk van Frederick William Faber, volgeling van kardinaal Newman, één der protagonisten van de De Oxfordbeweging diende hem tot inspiratie. Dit leidde tot informele contacten met de hogere Engelse kerkelijke hiërarchie zoals met kardinaal Wiseman.
In Roeselare nam hij vaak zijn toevlucht tot zijn Engelse collega Joseph Algar voor een grondigere kennis van de Engelse literatuur. Samen met Algar stichtte Gezelle te Brugge het Engels College, een project dat echter een kortstondig bestaan kende (1860-61).
Nog in hetzelfde jaar 1861 werd hij vice-rector en professor aan het door de Engelse mecenas John Sutton gestichte Engels Seminarie te Brugge. Op 19 augustus 1861 bracht kardinaal Wiseman een bezoek aan het Engels Seminarie. Hij nodigde Gezelle uit naar Engeland. Op 13 september vertrok Gezelle dan voor het eerst naar Londen. Hij zou, voor zover bekend, nog zesmaal naar Engeland reizen. Met de oud-studenten die missionaris werden in Engeland zoals Bruno Desplenter, Alfons Devos, etc., onderhield Gezelle een regelmatige briefwisseling.
Ondertussen groeide het aantal Engelse inwoners in Brugge gestaag aan. Velen wilden immers na Waterloo het slagveld bezoeken waar hun manschappen in 1815 Napoleon versloegen. Zo ontdekten ze ook Brugge als oude historische stad en die oefende op hen een blijvende aantrekkingskracht uit. Zijn gunstige ligging, de aanwezigheid van een Engels garnizoen, en het goedkope leven zorgden ervoor dat de Engelsen hier bleven. Ook de Oxford Movement onderhield blijvende contacten op het vasteland en droeg ertoe bij dat vele bekeerlingen België en vooral Brugge bezochten.
Gezelle had vele contacten met deze Engelsen. Hij gaf hen geestelijke begeleiding en was hun biechtvader. Hij onderhield een levendige correspondentie met hen. Opmerkelijk hier is het grote aandeel van vrouwelijke correspondenten zoals Kate Woodlock, Cecilia Galbraith, Laura Perkins, etc. Andere “kolonisten” werden markante figuren in het Brugse culturele leven, zoals. James Weale. Met hem stichtte Gezelle het tijdschrift Rond den Heerd (1865), qua concept en inspiratie ruimschoots van Engelse makelij.
Gezelles belangstelling voor de taalkunde van het Oud-Engels en voor het oud Iers, Schots en Welsh is analoog met zijn bekommernis voor het behoud van de oude Vlaamse taal en dialecten annex godsdienst en zijn sympathieën voor bedreigde regionale talen. Voormalige studenten en leden van de Engelse kolonie te Brugge voorzagen hem dikwijls van bronmateriaal. Zo bezorgde oud-leerling Frederick Rodgers uit Manchester hem een boek over het dialect van Lancashire, een streek in de Engelse Midlands met een hoge Iers-katholieke emigratie.
Met de Engelse, Ierse en Schotse taal- en letterkunde was Gezelle zeer bekend o.m. door het werk van Shakespeare, Milton, Walter Scott, Robert Burns en Thomas Moore e.a. In september 1899, hij was toen directeur van het Engels Klooster te Brugge, ondernam hij in gezelschap van Gustave Waffelaert, bisschop van Brugge, een laatste reis: van in zijn prille jeugd tot aan zijn overlijden bleef Engeland hem vervoeren.
Hendrik Emil (Rik) Wouters (Mechelen, 21 augustus 1882 – Amsterdam, 11 juli 1916) was een Belgisch beeldhouwer, kunstschilder, tekenaar en etser. Hij wordt tot de stroming van het fauvisme gerekend.
(Foto, Wikimedia)
De Oxford Movement is een restauratieve religieuze beweging die ijverde voor het herstel van de Rooms-Katholieke Kerk in Engeland. Belangrijke figuren waren John Henry Newman en tijdgenoot kardinaal Henry Edward Manning. Ze stapten over van de Anglicaanse naar de Room Katholieke Kerk.
Nicholas Patrick Stephen Wiseman (Sevilla, 2 augustus 1802 - Londen, 15 februari 1865) was een Brits geestelijke en kardinaal van de Rooms-katholieke Kerk. In het archief zien we een factuur met Gezelles aankoop van o.m. het bekende werk Fabiola van Wiseman.
Hij was afkomstig uit Manchester en studeerde in 1863-64 filosofie aan het kleinseminarie van Roeselare, waar hij lid was van Gezelles confraternity. Later volgden studies aan het Engels Seminarie van Brugge. In zijn brief aan Gezelle van 28 september 1856 vanuit Manchester schreef hij: "I have ferreted out a Lancashire dialect for you". Dialect of South Lancashire (1850) is een idioticon met poëzie en gewesttaal.
Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.