Gezelle op 'Plaats Delict'
Met het thrillerevent 'Plaats Delict' brengt de Brugse bibliotheek hulde aan Pieter Aspe, die in mei vorig jaar overleed. De tentoonstelling "Aspe Postscriptum" is het speerpunt van het thrillerevent. Maar in de leeszaal van Hoofdbibliotheek Biekorf vind je nog een extra tentoonstellingsvitrine met een link naar Guido Gezelle. In Aspes boek 'De Midasmoorden' wordt het standbeeld van Guido Gezelle namelijk opgeblazen...
Op 4 mei 1930, honderd jaar na zijn geboorte, krijgt Guido Gezelle een standbeeld in Brugge. De koning en de koningin komen het plechtig inhuldigen. Aan de onthulling gaan stevige discussies vooraf tussen de twee betrokken comités.
Twee beeldhouwers dienen een ontwerp in. Jules Lagae, de enige die Gezelle tijdens zijn leven portretteerde, maakt een klassieke voorstelling van de dichter. Oscar Jespers brengt een heel moderne interpretatie. Het beeld moet geïntegreerd worden in een groene omgeving met terrassen en trappen, ontworpen door Henry van de Velde.
De keuze valt op het beeld van Lagae. Van de Velde en de Jespers-aanhangers gaan hiermee niet akkoord. Even lijkt het erop dat Brugge twee Gezellemonumenten zal krijgen. Uiteindelijk laat men het aan de stad over om een monument op te richten. Het Gezellestandbeeld van Lagae krijgt een plaats tegenover de Onze-Lieve-Vrouwe-kerk.
Tot Pieter Aspe het standbeeld laat ontploffen in zijn boek De Midasmoorden…
Het imposante bronzen beeld van Guido Gezelle lag er zielig bij. Het grootste brokstuk was op een ongelukkig geparkeerde Mazda terechtgekomen. De cultuurschok was de blikken Japanner slecht bevallen. Het dak van de wagen stak nog nauwelijks boven de wielen uit.
‘Arme Guido.’
‘Pardon?’
‘Jij niet, Versavel. Zie de sukkelaar daar liggen. Onze grootste dichter is aan diggelen gevallen.’
‘Je hoeft niet zo neerbuigend te doen,’ snoof Versavel. ‘Beeldenstormers zullen er altijd bestaan maar zijn werk zal nooit vergaan.’ […]
‘Gezelle was een monument,’ mijmerde hij. ‘En nu ligt het monument aan stukken.’
Fragment uit: Pieter Aspe, De Midasmoorden
