Op 27 november 1899 noteerde Caesar Gezelle de laatste woorden van zijn beroemde nonkel Guido. “Ik hoorde zo geerne de veugelkens schufelen.” Guido Gezelle: priester-dichter, taalwetenschapper, leraar en journalist. Nonkel van Stijn Streuvels ook. In Roeselare schreef hij ‘Dien Avond en die Rooze’ en de onorthodoxe dichtbundel ‘Vlaamsche dichtoefeningen’. Maar wist je ook dat hij onder de schuilnaam “Spoker” satires schreef? En dat hij 150.000 papierlingskes met woordverklaringen bijeen verzamelde? 125 jaar na de laatste woorden gaat Bart Cafmeyer met Gezelle in dialoog. Letterlijk. Terwijl je de complexe man leert kennen, krijgt het monument een steeds menselijker gezicht. Een warme voorstelling die geschiedenis en literatuur op een schalkse manier weet te combineren.
ALS DE ZIELE LUISTERT Als de ziele luistert spreekt het al een taal dat leeft, ‘t lijzigste gefluister ook een taal en teken heeft: blâren van de bomen kouten met malkaar gezwind, baren in de stromen klappen luide en welgezind, wind en wee en wolken, wegelen van Gods heilige voet, talen en vertolken‘t diep gedoken Woord zo zoet... als de ziele luistert!