In 2018 verwierf het Gezellearchief verschillende handschriften van natuurgedichten, waaronder een prachtig handschrift van Het Meezennestje.
Het Gezellearchief verwierf verschillende handschriften van natuurgedichten, waarvan er drie dateren uit 1877-1878. Nadat Gezelle zijn adem terugvond in Kortrijk, maakte hij een grondige bewerking van zijn eerdere uitgaven voor de vierdelige verzamelde gedichten. Blikvanger is het prachtige Het meezennestje. In dit veel gebloemleesde gedicht beschrijft Gezelle in vrolijke klankrijke verzen de snelle activiteiten van de kleine meesjes en hun moeder.
De andere teksten werden geschreven in de jaren 1890, toen Gezelle als dichter een tweede bloei kende. Zo zijn er nog twee boomgedichten uit de bundel Tijdkrans. In De bladerlooze boomen, ongedurig en verlegen trotseren ze de voorjaarswind, verlaten door de mussen en andere vogels. In De boomen staan nog naakt beschrijft Gezelle de bomen die na de winterse koude, verarmd en naakt als een schooiersbende staan. Bij de eerste zonnestralen komt het groen al boven piepen.
Twee poëziehandschriften zijn gekleefd in een exemplaar van Verzen. Dit is een bloemlezing uit 1902, die kort na Gezelles dood uitgegeven werd bij de Nederlandse uitgever L.J. Veen. Met de medewerking van Stijn Streuvels werd in elk van de honderd luxe-exemplaren een origineel handschrift van Gezelle gekleefd. Sorbus aucuparia L. is een ode aan een lijsterbessenboom met zijn massa bloedrode besjes die lonken naar de gulzige en gretige vogels. De prachtige struiken worden niet opgemerkt door de mensen, behalve door de dichter. In het prachtige Windtocht is de wind dan weer de hoofdrolspeler. Hij loopt, duikelt en kust de dichter koel op de wangen, hij raast en tiert en worstelt met de dichter zoals Jacob met de engel.
Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.