Gezelle uit er zijn ergernis over zijn miskenning als dichter door de jury van de Vijfjaarlijkse Staatsprijs voor de Nederlandse Letterkunde.
Gezelle kwam in aanmerking voor de prijs met zijn bundel Tijdkrans uit 1893. Behalve Gezelle waren ook Virginie Loveling en Jan Van Droogenbroeck in de running. De zevenkoppige jury koos uiteindelijk voor de landelijke psychologische roman Een dure Eed van de Nevelse schrijfster.
In het officiële verslag wordt Tijdkrans Gezelles zwakste genoemd omwille van de West-Vlaamse taal en de vele gelegenheidsgedichten. Men heeft het over “berijmd strooisel, geknipt uit de lompen van eene hier al te ver gedrevene gewestspraak” en er wordt getwijfeld aan Gezelles dichterlijke smaak. Zoals gewoonlijk was Gezelle zeer terughoudend om rechtstreeks te reageren (al valt in een aantal gedichten uit Rijmsnoer zijn teleurstelling af te leiden).
In de geborgenheid van de nieuwe brief laat Gezelle wel het achterste van zijn tong zien. Aanleiding was Rembry’s kritiek op een venijnig taalkundig artikel van Jan Craeynest in Biekorf. De verdediging van Craeynest gaf Gezelle aanleiding om zijn ongenoegen te uiten. Hij zag in het juryoordeel een aanval van de Gentse vlaamsgezinden. Die hadden het volgens hem op de volkse katholieke West-Vlaamse school gemunt, omdat die niet paste in hun academische vrijzinnige groot-Nederlandse visie. “Tout ce qui dans mes poésies touche, de loin ou de près, au bon Dieu, ils traitent cela de klatergoud, beuzelingen, etc.".
Virginie Loveling beschouwde hij als "une très détestable romancière". Met zijn typische flair vatte hij de lichamelijke roman samen met de Bijbelse woorden “wees vruchtbaar en vermenigvuldig u”. Wanneer minister Schollaert twee jaar later nog eens Gezelles advies vraagt over de roman, is zijn antwoord gelijkaardig: niet onelegant geschreven, maar te lichamelijk, immoreel en neerbuigend over gelovigen. Je moet al een erg chauvinistische Vlaamsgezinde zijn om deze roman goed of mooi te vinden. (brief 24.07.1898).
Nochtans werd Gezelles bundel niet overal slecht onthaald. Zo werd hij verdedigd vanuit onverwachte hoek. In het avant-gardetijdschrift Van Nu en Straks nam August Vermeylen het op voor Gezelle. Hij zag in het oordeel van de jury een achterhaalde literatuuropvatting die Gezelles werk niet naar waarde kon schatten. Voor hem was Gezelle de voorloper van een nieuwe generatie modernistische kunstenaars.
Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.