Theofiel Coopman

Gent 24.11.1852 - Schaarbeek 04.06.1915

Theophiel Coopman volgde zijn humaniora aan het Koninklijk atheneum te Gent. Hij had er o.m. Max Rooses als leraar. Hij trouwde met Marie Dillens en het koppel vestigde zich in 1873 te Brussel. Coopman werkte er als bediende, boekhouder, ambtenaar en directeur van de vertaaldienst van het Ministerie van Spoorwegen, Post en Telegrafie. Hij schreef gedichten en romantische liederen die getuigen van zijn liefde voor Vlaanderen. Samen met Victor dela Montagne stichtte hij in 1877 het tijdschrift "De Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle" en gaf hij ook een bloemlezing uit ("Onze Dichters, 1830-1880, eene halve eeuw Vlaamsche poëzie", 1880). Hij schreef nog diverse werken in samenwerking met andere auteurs zoals Jan Broeckaert en Lodewijk Scharpé. Hij was lid van de Veldbloem, secretaris van de Brusselse afdeling van het Willemsfonds, medewerker bij de organisatie van de Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen en medestichter en bestuurslid van het Nationaal Vlaamsch Verbond. In 1886 werd hij werkend lid en in 1901 bestuurder van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde.

Online editie van de brieven

Hier kan je de digitale beelden van de brieven vinden samen met de volledige doorzoekbare tekst. De brieven zijn verrijkt met biografische en contextuele informatie.

Lees de brieven van Theofiel Coopman
GGA 6336r

Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.