Pol De Mont

Wambeek 15.04.1857 - Berlijn 29.06.1931

Na zijn middelbare studies in het Frans te Ninove, studeerde Pol De Mont aan het kleinseminarie te Mechelen. Hij was er een vurig flamingant en stichtte in mei 1874 met Jan de Block de Vlaamse leerlingenkring De Jonge Taalvrienden. Ze gaven in 1876 de bundel "Letterkundige Bijdragen, Onze Dageraad" uit met bijdragen van de leden en vooraanstaande Vlaamse schrijvers als Guido Gezelle, Jan R. Snieders en Servaas Daems. De Mont werkte nauw samen met de West-Vlaamse studenten zoals Zeger Maelfait, Amaat Vyncke en Albrecht Rodenbach. Hij raakte bevriend met Albrecht Rodenbach en stichtte aan de universiteit te Leuven Het Pennoen. Hij was er ook actief in het studentengenootschap Met Tijd en Vlijt. In 1880 publiceerde hij zijn bundel "Gedichten", bekroond met de Vijfjaarlijkse Staatsprijs voor Vlaamse Letterkunde. Hij werd leraar aan het atheneum te Doornik en daarna te Antwerpen. In 1888 stichtte hij het tijdschrift Volkskunde dat nog altijd wordt uitgegeven. In 1904 werd hij benoemd tot conservator van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen. In 1905 was hij een van de stichters van het tijdschrift De Vlaamse Gids. In 1919 nam hij ontslag als conservator nadat hij in de pers beschuldigd was van activisme. Hij werd hoofdredacteur van de Vlaamsgezinde krant De Schelde. Enkelen van zijn medewerkers daar waren Paul van Ostaijen en Alice Nahon. Hij publiceerde verschillende poëziebundels, maar ook volksvertelsels en wondersprookjes en biografieën van Vlaamse kunstenaars.
Pol De Mont als jonge man AMVC Pol De Mont als jongeman (Foto Collectie Antwerpen, Letterenhuis)

Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.