Mary Catherine Cole werd op 29 oktober 1858 geboren in Bristol en op 2 november 1858 rooms-katholiek gedoopt. Haar ouders waren Samuel Cole, een dienstknecht en koetsier, en Martha King. Ze trad toe als een lekenzuster in het St. Dominic's Convent in Stone. Op 7 januari 1880 ontving ze haar kloosterkleed en op 6 januari 1881 haar religieuze naam Zuster Zita. Zuster Agnes Dormer was op dat moment assistente van moederoverste. Zita legde haar geloften af op 2 mei 1882, en werd toegewezen aan de kloosters van Stoke-on-Trent (januari 1890), Bow in Londen (september 1890), keerde terug naar Stoke (november 1895) en werd uiteindelijk toegewezen aan Stone (3 april 1896). De ‘Council Minutes book’ van het klooster maakt melding van het volgende: op een vergadering van de Raad op 3 juni 1896 werd opgemerkt dat Zuster Zita "gedurende geruime tijd in een zeer opgewonden en onbevredigende toestand verkeerde en ... gevreesd werd dat ze haar hoofd helemaal zou verliezen als ze niet werd vrijgelaten door dispensatie van verplichtingen die te veel voor haar waren." Een dergelijke diagnose was al gesteld door Dr. Craig van Stoke, maar de zuster zelf zei dat niets haar zou overhalen om dispensatie te vragen en zou in beroep gaan bij de bisschop als er een poging werd ondernomen om haar uit te sluiten. Het advies van de Heilige Stoel werd ingewonnen en in de tussentijd werd ze naar haar zus gestuurd om bij haar te verblijven. In oktober werden regelingen getroffen om haar naar een huis in België te sturen dat bedoeld was voor gevallen zoals de hare. Ze vond onderdak in het Sint-Carolus-Borromeusgesticht in Kortrijk, waar Gezelle haar biechtvader werd. Ze werd beschreven als 'penitent' in Gezelles brieven, wat doorgaans verwijst naar een arm meisje dat hulp nodig heeft bij het vinden van werk of onderdak. Ze kampte verder met mentale problemen. Toen Gezelle in 1899 naar Brugge werd overgeplaatst, was haar enige doel hem te volgen. Hij verwees haar door naar verschillende kloosters in Brugge. Op 6 augustus 1909 keerde Zuster Zita met toestemming van de paus terug naar Engeland om in Hawick verder werk te maken van haar roeping. Maar de mentale problemen staken opnieuw de kop op. Ze besloot terug te keren naar België en kreeg met toestemming van de bisschop een vast inkomen van £ 25 voor de rest van haar leven. Zuster Zita aanvaardde uiteindelijk in april 1910 dispensatie van haar geloften. Ze werd lerares in Gent en woonde in bij bakker J. Focqué in de Oude Violettenlei 6. Ze kwam samen met haar kat tragisch aan haar einde door gasverstikking terwijl ze een voetbad nam. Haar begrafenis vond plaats in de kapel van de Bijloke op 22 april 1912.
Online editie van de brieven
Hier kan je de digitale beelden van de brieven vinden samen met de volledige doorzoekbare tekst. De brieven zijn verrijkt met biografische en contextuele informatie.
Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.
Deze website maakt gebruik van cookies. De cookies van Google Analytics zijn volledig geanonimiseerd en daarom plaatsen we die zonder toestemming. Lees hier meer over onze privacy politiek.