Amelia Vander Stichele

Sint-Eloois-Winkel, 24.08.1816 - Mariakerke, 22.05.1887

Amelia Vander Stichele werd op 24 augustus 1816 geboren in Sint-Eloois-Winkel als dochter van Joannes Martinus Vander Stichele en Catharina Rosa Decoene . Ze was de halfzus van de pater redemptorist Leo Van der Stichele en priester Bruno Van der Stichele. Beide broers waren kinderen van Joannes Martinus Vander Stichele en zijn tweede vrouw Victoria Buyse. Amelia begon haar carrière als lekenverpleegster in Kortrijk. In 1841 trad ze toe tot de Zusters van de Heilige Familie in Kortrijk als zuster Anna. Ze zette haar werk voort in het Sint-Josephgesticht, een rusthuis voor mannen. Op uitnodiging van bisschop F. Boussen ging ze met haar overste Theresia Degrijse op prospectiereis naar Brugse Sint-Dominicusgesticht, het vroegere klooster Engelendale. De missie was om de lekenverpleegsters, die verantwoordelijk waren voor de zorg van de geesteszieken, te vervangen door kloosterzusters. Aanvankelijk stond Amelia alleen voor de zorg van de verwaarloosde mentaal gehandicapte zieken. Eind oktober 1846 voegde zuster Victoria Theresia van Steenkiste zich bij haar. Na een bezoek van haar halfbroers Leo en Bruno en pater Dominicaan Bruno Moulaert, besloten ze zich aan te sluiten bij de Predikherinnen. Hieruit ontstond een nieuwe kloostergemeenschap, waarvan Amelia de priorin werd. Op 17 maart 1847 legde ze haar professie af als zuster Maria Dominica, en werd ze een regulier lid van de Derde Orde van Dominicus. Om zich verder te verdiepen in de regels van de orde van Sint-Dominicus reisde ze in 1848 naar het zusterklooster in Clifton, Engeland en in december 1850 en oktober 1851 naar het zusterklooster in Parijs. Amelia kon niet voorkomen dat de orde zich in 1854 moest onderwerpen aan het gezag van de nieuwe bisschop Malou, waardoor ze een diocesane congregatie werd van het bisdom Brugge. Desondanks bleven ze lid van de grotere familie van Dominicanessen. Het ontlopen van het bisschoppelijk gezag was een drijfveer voor Amelia. Ze droomde ervan de Engelendale zusters tot de dominicaanse tweede orde te laten toetreden. Tussen 1859 en 1862 gaf ze de functie van abdis drie jaar lang door aan Maria Colomba en werd ze onderoverste. In 1862 werd ze opnieuw abdis. Op 29 april 1867 werd een nieuw klooster in de Sint-Jorisstraat (nu Vlamingdam) in Brugge gesticht. Maria Colomba werd de lokale overste van het huis Engelendale. Bisschop Faict stelde in 1868 officieel het kloosterslot in, maar toetreden tot de tweede orde lukte niet. Desondanks bleef Amelia een enthousiaste pleitbezorger van dominicaanse vroomheid en bevorderde ze processies, mariale aanbidding en vrome evenementen zowel binnen als buiten de kloostermuren. De congregatie uitbreiden was een van Amelia's belangrijkste zorgen. Ze voerde een actieve wervingspolitiek en trok bemiddelde kandidaatzusters aan. In oktober 1874 kocht zij ook het Predikherinnenklooster Ter Banck in Heverlee en maakte er een rusthuis voor bejaarde en ziekelijke dames van. In 1880 werd ze getroffen door een beroerte. Ondanks haar slechte gezondheid begeleidde ze op 5 mei 1887 enkele zusters naar het weeshuis van Sint-Vincentius Ferrerius in Mariakerke (Oostende) om er voor de kinderen te zorgen. Zij overleed er op 22 mei 1887. Guido Gezelle schreef in 1871 het gedicht ‘Priorinne en Onderpriorinne’ voor het 25-jarig jubileum van haar intrede alsook de gedichten ‘Engelendale I en II’.

Online editie van de brieven

Hier kan je de digitale beelden van de brieven vinden samen met de volledige doorzoekbare tekst. De brieven zijn verrijkt met biografische en contextuele informatie.

Lees de brieven aan Amelia Vander Stichele
GGA 6336r

Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.