Zedelgem 12.02.1850 - Kibanga 17.10.1888
“Ratte Vyncke kon overal door. Hij wrocht en kapte, knaagde en beet. Hij zou poot en steert in den slag gelaten hebben en met bebloeden kop en muil, en overblijvenden poot, triomfant, gehouden en gevoerd hebben wat hij gestolen, geroofd of veroverd had.”